De jeugdopleiding draagt zijn achternaam, hij is al 61 jaar lid en bijna 50 jaar jeugdtrainer. In de voetsporen van zijn vader. Maar het einde van het tijdperk van trainer Karel van Tongeren (71) bij voetbalvereniging Be Quick’28 eindigt woensdag 24 juni, als hij voor de laatste keer de pupillen een middag onder handen neemt. Over een gedreven vader, de voorkeur voor mindere goden en het gevoel iets terug te moeten doen.
,,Trainer, kent u mij nog?’’ Karel van Tongeren is het hek van het sportpark direct achter het PEC-stadion nog niet door of hij wordt al aangesproken. Na twee tellen is de herkenning wederzijds. ,,Jij zat bij mij in de B’tjes, hè. Nog steeds zo snel? Haha.’’ De man die hem herkende, brengt zijn zoon naar Be Quick’28, de herinnering dateert van de jaren 80.
Training van Van Tongeren
En zo zijn er velen. Sinds de Tweede Wereldoorlog kun je bijna van elke speler van het eerste elftal van Be Quick’28, die in de jongste jeugd bij de club is begonnen, zeggen dat ie getraind is door een Van Tongeren. Eerst door de halverwege de jaren 70 overleden Wim, sinds 1971 ook door zoon Karel. ,,Als ik vroeger door de Diezerstraat liep met mijn vader, was het om de zoveel meter ‘hé Wim!’ en ‘ha trainer!’. Hij wás de jeugdopleiding.’’
Lid sinds het kon
Zijn vader zette de jeugdafdeling van de voetbalclub op poten. Toen, vlak na de bevrijding, nog een klein onderdeel van de vereniging. Inmiddels al tientallen jaren een steunpilaar, met sinds het 80-jarig bestaan in 2008 de naam ‘Voetbalschool Van Tongeren’, als eerbetoon aan vader en zoon. ,,Mij is nooit gevraagd of ik wilde voetballen. Mijn vader maakte mij enthousiast. Toen ik op mijn 10de mocht, werd ik direct lid (1959, red.). In de D3, we wonnen nog van PEC.’’
De kleine Karel blinkt niet uit. ,,Ik was een ‘meedoener’, een trage middenvelder.’’ Hij schopt het tot af en toe een duel in het eerste, speelt met mannen als Jan Zieleman en Jan Schippers (‘een van de betere van Zwolle’). Op zijn 17de is hij al jeugdleider, en na terugkeer van een studie in Groningen in 1971 wordt hij jeugdtrainer. ,,Ik was nog niet thuis, of mijn vader zei: jij kan mooi de pupillen doen.’’
Mindere goden
Vanaf dat moment staat hij praktisch elke woensdag op het veld. Met de pupillen, de jongste jeugd. ,,Ik heb ook drie jaar de B1 gedaan. Ook leuk hoor. Gert Peter de Gunst, de huidige assistent van PEC, zat onder andere in mijn team. Maar ik heb meer met de mindere goden. Het bijbrengen van de basisvaardigheden, minder competitief.’’ En dus leert hij voetballertjes hoe je een pass geeft met de binnenkant, dribbelt en schiet.
Doorslaan in betrokkenheid
Nu al bijna 50 jaar, op enkele jaren in deze eeuw na, toen Be Quick’28 wat te professioneel werd voor Van Tongeren. Maar de voormalig docent Economie en Management & Organisatie (Carolus Clusius College) keerde terug, liet zich op school uitroosteren op woensdagmiddag.
,,Die middag was van mij. Wat het zo leuk maakt? Tja, gewoon, met die kleintjes op het veld. En het gevoel dat je als je lid bent, je ook iets moet bijdragen. Misschien sloeg ik daar soms ook in door. Stond ik bij de A-junioren te vlaggen met m’n kapotte knie. Ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen, en heb snel het idee: als ik het niet doe, doet niemand het.’’
Onderscheiden om zaalvoetbal
Naast de tientallen jaren als jeugdtrainer op het (kunst)gras van Be Quick’28, was Karel van Tongeren (71) sinds 1985 ook verantwoordelijk voor het zaalvoetbal voor jonge veldvoetballers, de wintercompetitie. Tot 2017 geleden maakte hij de indelingen en zorgde ervoor dat jonge voetballertjes uit Zwolle ook in de wintermaanden tegen een bal aan konden trappen.
In zijn laatste jaar kreeg hij daarvoor de Gouden Speld, een onderscheiding van de KNVB. Van Tongeren was bij Be Quick’28 ook jarenlang bestuurslid. Al zijn werk – jeugdtrainer, bestuur en zaalvoetbal – deed hij die tientallen jaren onbezoldigd.
Einde. Of..?
Maar dat stopt na vanmiddag. De knie, de gezondheid van zijn vrouw, de wil om beter te worden in biljarten (‘ook op woensdagmiddag’), de leeftijd; het is tijd om te stoppen. ,,Maar als ze een keer mensen tekort komen, sta ik er hoor. En ik hoorde dat ze mij op de korrel hebben voor het archief, met een paar anderen. Dat lijkt mij wel wat.’’
Bron: De Stentor